Voor schoolleiders PO: gratis e-book 📥 Praktisch met Lef Wijzer
Praktische werkvormen voor morele reflectie, direct toepasbaar in jouw praktijk.
Tussen principe en verbinding
Hoe één gesprek me liet zien dat gelijk hebben iets anders is dan goed doen
10/15/20256 min read


Er zijn momenten die pas jaren later hun volle betekenis krijgen. Toen zag ik dat nog niet. Ik dacht: dit hoort bij het vak. Gewoon professioneel blijven, zorgvuldig handelen.
Sommige gesprekken blijven hangen. Niet door de woorden, maar door de stilte erna.
Het was donderdag. De brief over de nieuwe klassenindeling was net de deur uit, nog voor het weekend, zodat er ruimte was voor vragen of reacties.
Zij kwam, zoals wel vaker, mijn kantoor binnenlopen. Ging zitten, keek me aan en zei:
“Mijn kind móét in de andere klas. Dit kan echt niet zo.”
Wat begon als een praktisch gesprek over een indeling, bleek later een kantelpunt.
De spanning tussen principe en verbinding, tussen vasthouden en meebewegen.
Een moment waarop ik voelde hoe dun de lijn is tussen duidelijk zijn en afstand creëren.
De ochtend die alles veranderde
Mijn deur stond altijd open. ’s Ochtends, nog voordat de eerste kinderen binnenkwamen, kon je zo binnenlopen. Toegankelijkheid, laagdrempeligheid, verbinding. Dat was het beleid waar ik trots op was. Een plek waar ouders zich gehoord voelden, en waar ik regie kon voeren zonder muren op te trekken.
Die ochtend voelde het anders. Ze zat tegenover me, vastberaden blik, handen licht geklemd om haar tas. Niet boos, niet ontevreden, maar resoluut. Haar kind móést in een andere klas. Punt.
Het team had de klassen zorgvuldig samengesteld: vriendschappen, groepsdynamiek, talenten, leerbehoeften. Alles was afgewogen, maar dat was haar niet genoeg. Ik stond daar alleen. Mijn IB’er was er niet. Achteraf had ik gewenst dat ze erbij was geweest.
Ik voelde gelijk die druk van schoolleiderschap: meteen een goed antwoord hebben, oplossingsgericht zijn, en tegelijkertijd overzicht en regie houden, terwijl de hectiek van de dag alweer aanwezig was.
Wat als ik toegeef? Wat laat ik zien naar andere ouders?
Wat als ik vasthoud? Wat betekent dat voor de relatie met deze ouder?
Het was een moment waarin alles tegelijk speelde: het team beschermen, de structuur van de school behouden én een ouder serieus nemen.
Het gesprek dat geen gesprek meer was
Ik deed wat je als schoolleider hoort te doen. Ik bleef professioneel, beleefd, zonder emotie te verliezen. En ik wilde duidelijk zijn. Ik bedacht me dat we professioneel hadden gehandeld, met goede redenen voor de gemaakte klasindeling.
Dus zei ik:
“We blijven bij deze klassenindeling, daar gaan we niets aan veranderen. De keuze is gemaakt.”
Tegelijk wilde ik laten zien dat we haar zorgen serieus namen:
“Jouw zorgen nemen we serieus,” zei ik. En dat meende ik ook.
Toen kwam haar reactie:
“Dan halen we ons kind van school.”
De woorden kwamen over als een dreigement. Niet dat ik dacht dat ze het écht zou doen. Ze was verbonden met de school, actief in de ouderraad, onderdeel van een gemeenschap. Haar opmerking zette alles op scherp.
Ik zag dat ze haar tas nu hard tegen haar bovenlichaam klemde. Het was subtiel, maar duidelijk: dit kwam hard bij haar aan. Het voelde als een poging om mij nog te bewegen en even twijfelde ik... Stel dat ze het wél doet? Wat betekent dat voor het kind, voor ons team, voor mij?
Ik koos voor duidelijkheid. Principes.
“We zullen jouw kind nauwlettend volgen in de nieuwe klas,” zei ik.
Toen stond ze op, liep weg en trok de deur hard achter zich dicht. Op dat moment leek het alsof zij hem dichtsloeg, letterlijk en figuurlijk. Achteraf weet ik dat ik dat deed, als een manier om duidelijkheid en principe te markeren. Het was een kleine actie, maar de emotie ervan werd in de hele school gevoeld. De lading van het gesprek was daarmee niet in woorden maar in gevoel voor iedereen zichtbaar.
De stilte na het gesprek
Het weekend ging voorbij en het telefoontje op maandag van de andere school bevestigde wat ik vreesde, dat de aanmelding elders al een feit was. Alles verliep netjes en professioneel, zoals hoort bij een overdracht. Maar het voelde niet goed.
Die leerling had het naar zijn zin bij ons. Op onze school zaten zijn vriendjes. Het was voor hem zijn vertrouwde omgeving en alles wat hem steun gaf stond op het spel. Ik voelde me er mede-verantwoordelijk voor.
Het team gaf complimenten: “Je hebt het goed gedaan. We mogen hier niet in meegaan.” Dat was misschien enerzijds waar maar zo voelde het niet. Alsof iets wezenlijks over het hoofd was gezien.
En de leerling? Ik zag dat hij iets subtiel had aangepast in zijn gedrag. Kleine signalen in de klas. Hij leek minder vrolijk, wat teruggetrokken, wat aarzelende vragen. Het waren geen grote dingen, maar ze wogen zwaar voor mij. Ik merkte dat een stukje van zijn vertrouwde wereld anders voelde voor hem.
Ik reflecteerde veel in die periode. Het team bleef professioneel, steunde me en herinnerde me eraan dat principes nodig zijn om structuur en veiligheid te waarborgen. Maar soms zijn duidelijkheid en regels alleen niet genoeg. Het gaat ook om de menselijke maat, om verbinding, en om het zien van de impact op kinderen. Subtiel, maar betekenisvol.
Wat we soms over het hoofd zien
Jaren later zie ik pas wat er werkelijk speelde. Destijds leek het te gaan over principes handhaven versus toegeven aan emotionele druk. Nu weet ik: het ging veel meer over het gesprek leiden versus het gesprek dichtgooien.
Mijn ‘nee’, de duidelijke keuze, was niet de olie op het vuur. Het was de manier waarop we het gesprek voerden. De ouder vroeg niet alleen: “In welke klas komt mijn kind?” Ze vroeg ook: “Word ik gehoord? Heeft mijn angst een plek?” Op de eerste vraag gaven we een professioneel antwoord. De tweede beantwoorden we onbedoeld met “nee.”
Vasthouden aan procedure en duidelijkheid hielp het team, maar beschadigde de relatie. Standhouden werd koppigheid, meebewegen werd onbedoeld principes verkopen.
Ik zie nu helder dat een gesprek soms niet vraagt om vastberadenheid, maar om het creëren van ruimte. Echt luisteren, begrip hebben voor de angst en zorgen van de ouder, zonder je keuzes op te geven. Dat vraagt lef, regie en menselijkheid tegelijk.
Het gaat niet altijd om kiezen tussen goed en fout. Soms draait het om twee vormen van goed: het goede voor het systeem en het goede voor de mens. En het besef dat je beide niet altijd volledig kunt geven.
Ruimte maken in moeilijke gesprekken
Dit verhaal heeft mijn manier van handelen veranderd. Voorheen dacht ik dat duidelijk zijn in het gesprek belangrijk was, omdat ik dacht dat het de ander houvast zou geven. Nou ja, vooral voor mij dus, maar wat het met de ander doet is net zo belangrijk. Nu richt ik me vooral op wat de ouder, het kind en de situatie nodig hebben.
Het gaat niet meer om wie gelijk heeft of wie fout zit. Het gaat om het scheppen van ruimte, om aandacht te hebben voor de angst en zorgen van de ouder, terwijl je gelijktijdig regie voert en je professionele keuzes bewaakt.
Ik houd mijn deur nog steeds open en ook wanneer het moeilijk wordt, blijft hij open. Ik ben me bewuster van wat een gesprek doet met een ouder, een kind, een team. En ik probeer ruimte te geven in situaties waarin je anders makkelijk klem komt te zitten. Dat doe ik bijvoorbeeld door:
• Even een pauze in te lassen om ruimte te geven aan alle partijen
• Iemand anders erbij te vragen voor een breder perspectief
• Te benoemen wat wél kan, zodat de focus niet alleen ligt op grenzen en beperkingen
Het vraagt lef, vertrouwen in jezelf en in je team en het loslaten van de behoefte om alles meteen op te lossen. Zo ontstaat vrijheid om te kijken naar wat er mogelijk is, in plaats van te blijven hangen bij wat niet kan. Zorgvuldig en net zo professioneel maar vanuit een andere perspectief.
Wat ik nu zou doen
Terugkijken naar hoe ik het anders had kunnen aanpakken, doe ik niet vaak, maar soms helpt het om lessen van toen mee te nemen in hoe ik nu met mensen omga, hoe ik verbinding maak. Maar als ik het opnieuw zou doen, zou ik het gesprek anders leiden:
“U maakt zich zorgen, en dat begrijp ik volledig. Laten we samen kijken wat er mogelijk is binnen de klassenindeling.”
In plaats van direct ‘nee’ te zeggen, zou ik de dialoog laten stromen, de zorgen erkennen, terwijl de kaders helder blijven. Niet toegeven, maar verbinden.
De kern is: regie voeren zonder de verbinding te verliezen, duidelijk zijn zonder koppig te worden, team meenemen én de ouder serieus nemen. Dat vraagt lef en een voortdurende afweging tussen systeem en mens.
De Directeurskamer
Dit verhaal speelde zich meer dan tien jaar geleden af, maar het blijft voor mij een kompas. Het herinnert me eraan dat schoolleiders elke dag balanceren tussen regie voeren, het team meenemen en aandacht houden voor kinderen, ouders en de koers van de school. Soms gaat het om moeilijke keuzes, soms om de aandacht die je geeft, maar altijd om leren en zien wat nodig is.
Precies dáár gaat De Directeurskamer over. Niet over protocollen of perfecte antwoorden, maar over de momenten waarop je even klem zit tussen principes en mensen. Over die dagen waarop je alles goed wilt doen, maar voelt dat elke keuze iets kost.
In De Directeurskamer vind je herkenbare verhalen van collega-schoolleiders. Eerlijke gesprekken over de praktijk: waar het schuurt, waar het lukt, waar we leren.
Herken jij dat? Dat moment waarop vasthouden aan een principe bijna koppigheid wordt en meebewegen voelt alsof je iets opgeeft?
➡️ Deel een zin, een vraag of een herkenning via antoinette@praktischmetlef.nl.
➡️ Wil je jouw ervaring delen in een gastblog (anoniem mag ook)? Zo houden we de echte dilemma’s in het onderwijs levend.
➡️ Heb je een vraag of wil je sparren over een eigen casus? Neem contact op. Ik denk graag met je mee vanuit mijn ervaring en kan je adviseren over passende werkvormen.
Krijg nieuwe blogs direct in je inbox – kort, praktisch en herkenbaar
