Voor schoolleiders PO: gratis e-book 📥 Praktisch met Lef Wijzer
Praktische werkvormen voor morele reflectie, direct toepasbaar in jouw praktijk.

Passend onderwijs is ook weten wanneer het niet meer past

Over zorg, twijfel en de moed om los te laten – mijn ervaring als schoolleider

9/24/20255 min read

Druppel raakt wateroppervlak, ‘Hoe weet je wanneer het genoeg is?’ Reflectiemoment van schoolleider.
Druppel raakt wateroppervlak, ‘Hoe weet je wanneer het genoeg is?’ Reflectiemoment van schoolleider.

Sommige kinderen vergeet je nooit. Niet omdat ze de hoogste cijfers haalden, maar omdat ze jou en je team lieten voelen hoe dun de lijn was tussen passen en niet meer passen. Voor mij was dat Storm.

Zeven jaar, slim, grappig en onvoorspelbaar. Vaak een storm door de school, maar vooral een storm in hoe wij passend onderwijs beleefden.

Formeel leek alles geregeld: een ondersteuningsprofiel, de regels gevolgd. Maar in de praktijk wringt het. Met Storm ervoer ik hoe heftig het kan zijn als je als school niet meer kunt bieden wat een leerling nodig heeft – en wat dat doet met het kind, ouders, het team en jezelf. (In dit verhaal zijn namen veranderd en enkele details aangepast om de anonimiteit te bewaren.)

Hoe weet je wanneer het genoeg is?

De eerste jaren lukte het ons nog

In de onderbouw ging het nog relatief goed. Met wat creativiteit en veel inzet vonden we manieren om Storm erbij te houden. Als de druk van de klas of een opdracht hem te veel werd, kon hij even bij een collega spelen of een opdrachtje met de onderwijsassistent doen. De intern begeleider checkte in de ochtend regelmatig bij hem: ‘Hoe gaat het vandaag?’ Die korte check-in gaf hem even de kans om te vertellen wat hem dwarszat – het was geen oplossing, maar het hielp hem de dag rustig te starten. Zo kregen we een inkijk van wat hem bezighield.

Soms zei hij zelf: ‘Het was stom bij papa.’ Dan wist de juf: dit wordt een pittige dag. Storm leefde tussen twee werelden: zijn ouders zaten midden in een vechtscheiding. Al is niet ieder kind daar even gevoelig voor, bij Storm sloeg het genadeloos door. Vooral de maandagen na een weekend bij zijn vader waren heftig. Maar tot en met groep 3 kregen we het samen steeds weer voor elkaar. Stap voor stap, dag voor dag.

De emmer loopt langzaam over

In groep 4 veranderde alles. De oude aanpak werkte niet meer. Het minste of geringste kon tot escalatie leiden. Ik hoorde kinderen wel eens op de gang, in het voorbijlopen, tegen de leerkracht zeggen: ‘Juf, hij doet weer raar.’ Het gebeurde ook regelmatig dat er een leerling bij mij of de IB’er kwam: ‘Juf zegt dat u even moet komen.’

Wat eerst hielp – even apart werken, samen lezen, een rustig plekje – bood nu geen uitkomst meer. Vroeger vroeg hij zelf nog: ‘Mag ik even naar de juf Antoinette?’ Nu voelde mijn aanwezigheid als een bedreiging. Zodra ik de klas in kwam, riep hij: ‘Ik doe niks!’ en rende hij weg.

De overleggen met ouders werden intensiever en het team raakte verdeeld. Collega’s uit de onderbouw zeiden: ‘Bij ons lukte het toch wél? Waarom nu niet meer?’ Terwijl bovenbouwleerkrachten zich hardop afvroegen of hij nog wel binnen de school paste.

De overleggen namen veel tijd in beslag, terwijl er concreet weinig veranderde in de klas. De spanning bleef voelbaar, de werkdruk liep op, en we waren constant brandjes aan het blussen – zonder resultaat. Langzaam maar zeker glipte het ons uit de handen. We raakten Storm kwijt, en hij ons.

Zorgoverleggen, protocollen en geregel

We startten een zorgoverleg. Naast ouders zaten ook het samenwerkingsverband en het buurtteam aan tafel. Gelukkig waren zijn ouders daar al bekend, dat maakte de stap iets makkelijker. Want eerlijk: zo’n buurtteam erbij voelt soms alsof je tegen ouders zegt: het lukt thuis niet meer. Terwijl dat oordeel ons niet toekomt. Toch was het nodig.

We haalden er alles bij. Maar de bureaucratie is traag. Storm was er elke dag. Met zijn verdriet, zijn boosheid, zijn onrust. Wij moesten ondertussen wel verder.

Na weken van vallen en opstaan, kwamen er middelen vrij voor 1-op-1 begeleiding vanuit het speciaal onderwijs. Dat gaf even rust voor iedereen. Je zag bij de leerkracht dat er weer aandacht was voor de rest van de groep. Niet alles draaide meer om Storm alleen. Toch lukte het niet om hem weer volledig naar school te krijgen. Met begeleiding erbij liep het soms goed, maar vaak ook niet.

Daarbovenop kwam de diagnose hechtingsstoornis. Hard en confronterend. Je weet dan: dit is groter dan wij als basisschool kunnen dragen. En toch – hij was nog maar zeven. Een klein jongetje. Zo jong, en al zo beschadigd.

Het breekpunt

Het echte breekpunt kwam niet door één incident. Het was de optelsom. Het moment dat ik voelde: er is niemand meer in de school die nog echt contact met hem maakt. We zijn geen veilige plek meer voor Storm.

Die gedachte deed pijn. Want als schoolleider wil je verschil maken, regie voeren, perspectief geven. En hier stond ik met lege handen. Het voelde als onmacht.

De beslissing om te schorsen volgde. Niet licht, en niet in mijn eentje. Ik stemde af met bestuur, leerplichtambtenaar en samenwerkingsverband. We spraken met ouders. Geen enkel protocol helpt je in zo’n situatie; het gaat om zorgvuldig afstemmen, samen optrekken en steeds weer afwegen: wat is haalbaar, wat is nog verantwoord?

Maar in mijn hart voelde het als falen. Hoe zeg je tegen een kind van zeven: ‘Voor jou is hier even geen plek meer’?

Wat bleef liggen

Na zijn schorsing kwam Storm terecht op een plek waar hij geobserveerd kon worden. Niet eens een gewone onderwijsplek, maar een voorziening die vooral keek wat hij nodig had. In de klas was het ook merkbaar. De leerkracht kon weer haar aandacht verdelen en kinderen hoefden niet meer op hun tenen te lopen. Voor mij gaf het vooral vragen.

Had ik te lang geprobeerd hem binnen boord te houden? Kwamen de anderen daardoor tekort? Had ik mijn medewerkers beter moeten beschermen tegen de werkdruk en de machteloosheid? Wat me achteraf misschien nog het meest spijt: we hebben er in het team nooit meer over gepraat.

Geen nagesprek, geen gezamenlijke reflectie. Terwijl dat ons zoveel had kunnen opleveren. Niet om elkaar te verwijten of achteraf te zeggen ‘hadden we maar…’, maar om te erkennen wat dit met ons deed. Om eigenaarschap te nemen over ons proces, niet alleen over Storm.

Wat ik leerde

Passend onderwijs klinkt mooi in beleidsstukken. Maar in de praktijk betekent het vaak laveren tussen idealen en haalbaarheid, tussen de zorg voor één leerling en de verantwoordelijkheid voor een hele groep.

Het vraagt van je moed om te erkennen dat niet alles passend is, en dat loslaten soms zorg is – voor de leerling, de klas, het team én jezelf. Er komt een moment waarop je moet erkennen dat je school niet langer alles kan bieden wat een leerling nodig heeft.

Soms betekent zorg óók dat je de knop moet omzetten. De moed hebben om te zeggen: ‘Hier stopt het.’ Voor de leerling, voor de klas, voor het team – en ja, ook voor jezelf.

En dat voelt nooit goed. Maar soms is het de enige weg.

Als aanvulling is er een reflectievragenlijst met morele vragen, bedoeld om tijdens intensievere leerlingzorgtrajecten nét wat dieper te kijken met de mensen die erbij betrokken zijn. Bekijk hem hier in Ethisch navigeren in leerlingenzorg.

Herken jij dit dilemma? Deel je verhaal

Dit is waar De Directeurskamer voor is. Niet voor pasklare antwoorden, maar voor erkenning. Erkennen dat je vaak klem zit: je weet wat nodig is, maar de omstandigheden laten niet altijd toe dat het precies zo kan. Dat sommige conflicten niet op te lossen zijn met een protocol, maar wel gedeeld moeten worden.

Het is de moed om onder ogen te zien: ‘Dit is niet goed gelopen. En het is oké om dat te accepteren zoals het is.’ Het gaat erom dat je erkent wat er speelt, ook als er (nog) geen oplossing is.

Daarom mijn vraag aan jou: heb jij als schoolleider ook momenten gehad dat je dacht: we kunnen dit niet meer? Wat deed je toen en hoe heb je het voor jezelf een plek gegeven?

Deel het met mij. Stuur een mail naar antoinette@praktischmetlef.nl en vertel het in één zin. Laten we zo naar elkaar luisteren, zonder oordeel.

Of is er een dilemma dat je blijft achtervolgen en je niet loslaat? Ik nodig je uit om een gastblog te schrijven of ik kan het anoniem meenemen in een volgend artikel, uiteraard altijd in overleg.

Krijg nieuwe blogs direct in je inbox – kort, praktisch en herkenbaar